|
Steeltjeszwammen of Basidiomyceten (Basidiomycetes) Paddenstoelen waarbij de sporen op steeltjes gevormd worden. |
|||
|
Geaderde leemhoed (Agrocybe rivulosa) |
|
Vliegenzwam (Amanita muscaria) |
|
Netstelige heksenboleet (Boletus luridus) |
|
Voorjaarspronkridder (Calocybe gambosa) |
|
Geelbruin plooirokje (Coprinus leiocephalus) |
|
Groot mosklokje (Galerina clavata ss. str.) |
|
Zwartwordende wasplaat (Hygrocybe conica) |
|
Dofpaars wolschijfje (Lachnella alboviolascens) |
|
Harde populierboleet (Leccinum duriusculum) |
|
Spikkelplooiparasol (Leucocoprinus brebissonii) |
|
Gewone hertezwam (Pluteus cervinus) |
|
Blozende fluweelboleet (Xerocomus declivitatum) |
|
Roestzwammen of Roesten (Urediniomycetes) Vormen vaak roestachtige vlekken op bladeren en zijn nauw verwant aan de Steeltjeszwammen. |
|||
|
Zwarte braamroest (Phragmidium violaceum) |
|
Kroonroest (Puccinia coronata) |
|
Brandzwammen of Branden (Ustilaginomycetes) Vormen vaak grote massa's zwarte sporen en zijn nauw verwant aan de Steeltjeszwammen. |
|||
|
Speenkruidbrand (Entyloma ficariae) |
|
Maisbrand (Ustilago maydis) |
|
Slijmzwammen of Myxomyceten (Myxomycetes) Zijn niet aan paddenstoelen verwant, maar zijn daar vroeger op grond van uiterlijke kenmerken bij ingedeeld. |
|||
|
Roodvoetig kalknetje (Badhamia panicea) |
|
Troskalknetje (Badhamia utricularis) |
|
Langstelig kroeskopje (Comatricha nigra) |
|
Robuust kalkschaaltje (Diderma umbilicatum var. umbilicatum) |
|
Geen Nederlandse naam (Didymium annulisporum) |
|
Zilveren boomkussen (Enteridium lycoperdon) |
|
Donkerbruin netpluimpje (Stemonitis fusca var. fusca) |
|
Peervormig draadwatje (Trichia decipiens var. decipiens) |